Historie
Mandegoud is een Gronings woord voor gemeenschappelijk bezit. Een prachtige naam voor een school die nu bestaat uit de drie scholen die Kloosterburen ooit rijk was.
Per 1 augustus 2003 hebben de drie scholen uit kloosterburen besloten te fuseren en samen verder te gaan als Basischool Mandegoud. Op deze pagina willen we het verleden van elk van de drie scholen laten passeren
.
In bovenstaand gebouw begon het katholiek onderwijs in Kloosterburen zo'n honderdveertig jaar geleden! Later is hier een kleuterschool en gymnastiekzaal bij gebouwd.
Na 1977 was de sociale dienst van de gemeente in het gebouw gehuisvest, evenals de bibliotheek. Later heeft het gebouw meerder functies gekregen, waaronder een aula, dagbesteding, de huisarts, het parochisecretariaat en een jeugdsoos.
Willibrordusschool
Links aan de Hoofdstraat zit u het schoolgebouw in 1924.
In 1873 ging het schoolbestuur onder leiding van pastoor Schreppers over tot de bouw van een rooms-katholieke school. Zowel de bouwkosten als de salarissen van de onderwijskrachten werden geheel door de parochianen opgebracht. De school werd gebouwd door F. Holscher voor de aanneemsom van f. 4765,-
Er zijn in de loop der jaren enkele lokalen bijgebouwd en in de jaren 40 werd het gymlokaal gebouwd.
De inzegening van de school gebeurde in januari 1874. Er waren toen ongeveer honderd leerlingen.
Het eerste hoofd was meester Telgers met een salaris van f. 700,- per jaar. De onderwijzerswoning werd gebouwd in 1875 voor de som van f. 3538,-. Het aantal leerlingen nam toe van 100 vlak na de opening, tot 170 leerlingen direct na de Tweede Wereldoorlog.
Tot 1967 was het kerkbestuur ook het schoolbestuur. In 1967 is dit veranderd en kwamen er zeven bestuursleden. Veel onderwijskrachten zijn gekomen en gegaan, maar meester Jaegers en juffrouw Sutman hebben langer dan veertig jaar op de school gewerkt.
In 1971 verhuisde de kleuterschool van het oude zusterhuis naar het VGLO-lokaal achter het gymlokaal en in september 1972 werd besloten om tot nieuwbouw over te gaan. De definitieve goedkeuring kwam pas vier jaar later in 1976. De nieuwe school werd gebouwd door aannemer van Wijnen uit Uithuizermeeden. De oude school en het gymlokaal werden verkocht aan de gemeente.
In 1978 is het aantal leden van het schoolbestuur teruggebracht van zeven naar vijf. Het huidige schoolgebouw is geopend op 17 maart 1978 om half tien door middel van het onthullen van de naam: de Willibrordusschool. In september 1980 telde de school nog slechts eenentachtig leerlingen, waarvan twintig kleuters.
Per 1 augustus 2003 is de school opgeheven om samen met de Openbare- en de Christelijke school de nieuwe basischool Mandegoud in Kloosterburen te vormen.
Openbaar onderwijs Kloosterburen
De geschiedenis van het openbaar onderwijs in de voormalige gemeente Kloosterburen gaat terug tot ongeveer 1855.
Voor 1850 was de benoeming van schoolmeesters een taak van de kerk. Zo werd er in 1809 in Hornhuizen nog een schoolmeester gevraagd die in de eerste plaats een goede voorzanger moest zijn. Hij moest wijs kunnen houden omdat de meeste kerken, zoals ook Hornhuizen, nog geen orgel hadden.
In de tweede plaats moest hij een goede koster zijn en pas op de laatste plaats waren zijn kwaliteiten als schoolmeester van belang.
Hier stond dan ook het riante jaarsalaris van 103 gulden en 19 stuivers tegenover en het gebruik van vier en een half jukken land.
Jan Luitjes, één van de eerste schoolmeesters van de openbare school in Kloosterburen, kwam tot een jaarsalaris van 354 gulden. Hij was in 1823, nog voor 1850 dus, door de kerk benoemd. Uit 's lands kas ontving Luitjes op jaarbasis f75,-. Daarbij kwamen de volgende inkomsten:
Verhuur kosterland........................................f 120,-
Verkoop inkt en papier...................................f 5,-
Schoolgeld leerlingen.....................................f 120,-
Voorzanger....................................................f 19,-
Boekhouder kerk...........................................f 15,-
_________________________________________
Totaal...........................................................f 354,-
Op 31 oktober 1517 had Maarten Luther zijn bekende 95 bezwaren tegen de katholieke kerk op de kerkdeur te Wittenberg geplakt. Deze datum wordt beschouwd als het begin van de hervormde kerk.
Toch werd de eerste hervormde predikant in Hornhuizen pas benoemd in 1604. Het was Everhardus Arnoldi. Maar de school had in 1609 nog steeds een 'papistische meester'.
Dat betekent dat er, even afgezien van die papistische meester, wel aandacht werd besteed aan het onderwijs in Kloosterburen.
Na 1850 werden de schoolmeesters voor het openbaar onderwijs benoemd en betaald door het gemeentebestuur.
Hoewel de kerken aanvankelijk nog een flinke vinger in de pap probeerden te houden bij het benoemen van leerkrachten, werd toch steeds meer gekeken naar de kwaliteit als onderwijzer en steeds minder naar de gaven als koster van de kerk. Zijn bijnaam koster in plaats van meester zou hij nog lang houden.
Dat de gemeenten ook toen al niet met geld smeten, blijkt uit het feit dat de hoofdmeester pas bij zeventig leerlingen werd bijgestaan door een ondermeester of kwekeling.
In 1878 werd bij wet bepaald dat bij meer dan dertig leerlingen een extra lokaal mocht worden gebouwd. In Hornhuizen was de aanbesteding hiervan in 1886.
Jacob Huizinga uit Oldehove was de laagste inschrijver met F1143,-. De meubels maakte hij voor F318,-.
Pieter van Dijk uit Den Hoorn was de hoogste inschrijver met F1450,-. Hij vroeg voor de meubels eveneens F318,-.
Ruim negentig jaar later, in 1978, werd Pronkjewail gebouwd, nu dus Mandegoud.
De kosten hiervan bedroegen f1.102.240,-.
Op het opheffen van een van de openbare scholen in de voormalige gemeente Kloosterburen werd al in 1937 van hogerhand aangedrongen, maar het gemeentebestuur verzette zich er fel tegen: "Wij achten deze opheffing hoogst ongewenscht. Wanneer zich het geval voordoet dat de school te Kloosterburen wordt opgeheven, welke per 1 mei 1938, vierenveertig leerlingen zal tellen, zullen wij de kinderen welke thans te "Kleine Huisjes" en " Het Bultje" woonachtig zijn, de school in Hornhuizen moeten bezoeken."
Omdat de afstand van het meest afgelegen perceel te Kleine Huisjes maar liefst 3,850 kilometer was en de afstand van Het Bultje zelfs 4,4 kilometer, heeft men opheffing weten te voorkomen.
In de bezettingsjaren 1940-1945 ijvert de gemeente er op aandrang van de bezetter voor om de 'Heeren Hoofden der O.L. Scholen' er op te wijzen dat het dragen van "insignes, onderscheidingsteekenen, enz." die de Duitsers niet welgevallig zijn, ten strengste verboden is: "Maar dat zij, die in de school verschijnen met eenig Duitsch onderscheidingsteeken, hetzij gekleed in eenig Duitsch uniform, generlei hinder mogen ondervinden". [ 27 augustus 1941].
Op 10 oktober 1946 constateert de technische dienst van de gemeentewerken dat de school in Kloosterburen in alle opzichten in zeer slechte staat verkeert: "Welke van dien aard is,dat verbetering niet mogelijk is.
Daarnaast is de school in Hornhuizen verwaarloosd: "Doch nog wel in behoorlijke en voldoende staat is te brengen".
In de conclusie van de technische dienst lezen we: "Indien niet tot samenvoeging van beide scholen wordt overgegaan, dan is het gewenscht dat de school te Hornhuizen op korte termijn wordt verbeterd".
Het gemiddelde aantal leerlingen van de o.l.s. Kloosterburen bedraagt in 1947 zo'n vijfenveertig leerlingen. De o.l.s. in Hornhuizen heeft tweeënveertig leerlingen.Tien jaar later, in 1957, hebben beide scholen evenveel leerlingen.
Dertien jaar later, op 14 april 1970, moet de gemeenteraad besluiten de o.l.s. Kloosterburen op te heffen. De school telt op de teldata 16 januari, 16 mei en 16 september respectievelijk nog vijftien, twaalf en zes leerlingen.
In het begin van het nieuwe schooljaar werden nog slechts vier leerlingen verwacht.
De heer Geert Boswijk was het laatste hoofd der school. De neutraal bijzondere kleuterschool, onder de leiding van juf Lugtendorp, die in hetzelfde gebouw was gehuisvest, bleef daar nog tot 1978. In dat jaar wordt de nieuwe school Pronkjewail betrokken.
Naast de kleuterschool biedt deze nieuwe school onderdak aan de toen nog gereformeerde kleuter- en lagere school te Kruisweg en de openbare school te Hornhuizen, waarmee dus ook de o.l.s. Hornhuizen was opgeheven.
Het laatste hoofd der school was de heer Klaas Hindriks. Hij was er vanaf 1964 werkzaam tot 1996 in de nieuwe school Pronkjewail.
Op 1 augustus 1985 worden kleuterschool en lagere school tot basisschool gebombardeerd. Het hoofd van de school heet voortaan directeur en onderwijzer en onderwijzeres worden de leraar en lerares. Ondanks het feit dat de gemeentelijke technische dienst al in 1946 had geconstateerd dat de school in Kloosterburen in zeer slechte staat verkeerde en dat verbetering niet mogelijk was, bestaat het gebouw, in iets gewijzigde vorm, nog steeds. Hier is nu het motormuseum De Ronkel gehuisvest.
Album: Foto's van de oude openbare school
Het schoolgebouw in Hornhuizen is in 1978 afgebroken. Zowel de grond als de ambtswoning is in dat jaar gekocht door de heer Hindriks, die er nog steeds woont.
In het jaar 2003 is er een nieuw tijdperk aangebroken. Precies vijfentwintig jaar na de opening van Pronkjewail zijn onder de bezielende leiding van een groep vooruitstrevende mensen de krachten gebundeld en is men gekomen tot een samenwerkingsschool: Mandegoud. Wat in veel voorgaande jaren niet is gelukt, daar is men nu in geslaagd.
Christelijk onderwijs
Geref. Schoolver. Hornhuizen-Kloosterburen
Opgericht 3 oktober 1906. Aantal leden: tweeëntwintig.
Van de oprichtingsvergadering van de gereformeerde school zijn geen notulen gemaakt. Het bestuur bestond uit: E. Musschenga (voorz.), D. Douwtsma (secr.), K. Koiter (penn.), G. Molenhuis (lid) en G. Bouwman (lid). Dit was na te gaan aan de hand van de notulen van de eerste bestuursvergadering die op 19 december 1906 werd gehouden.
De penningmeester vermeldt dat hij f 57,24 aan contributie van de leden heeft ontvangen. Men spreekt af om vier keer per jaar bijeen te komen.
In oktober 1907 bespreekt men de bouw van een eigen school. Er waren twee redenen om tot een eigen school te komen. Ten eerste liepen de kinderen vanaf Kloosterburen naar de school in Leens, wat erg ver is. Ten tweede was er de vraag van het schoolbestuur in Leens over de te bouwen school, aangezien men daar de school zou verbouwen.
Dit leidde tot de oprichting van de Vereniging tot bevordering van Gereformeerd Lager Onderwijs. In deze jaren worden er enkele collectes gehouden ten behoeve van de school. Het is centenwerk.
In 1909 heeft de penningmeester f 274,50 in kas en op 3 mei 1910 wordt er contact opgenomen met architect L. Reitsema uit Ulrum. Het bestuur besluit om bij het schoolbestuur in Pieterburen en Schouwerzijl inlichtingen in te winnen over de aanpak van een nieuw te bouwen school.
Men was van plan de school in Hornhuizen te bouwen. Aangezien er geen bouwterrein te verkrijgen was in Hornhuizen, ging dit niet door.
Eén van de leden van de vereniging biedt daarop een stuk grond van acht are te koop aan voor f 800,-. Drie andere leden bieden ook grond aan. Uiteindelijk wordt besloten de grond van negen are te kopen voor de prijs van f 700,-, Dit perceel ligt ten westen van het land van J. Drentje en ten noorden aan de grindweg naar Kloosterburen. Op 21 november 1910 wordt dit besluit door de ledenvergadering bekrachtigd en op 1 januari 1912 wordt de koopakte ondertekend.
Tijdens de bestuursvergadering van 29 januari 1912 is architect Reitsema uit Ulrum aanwezig. Hij heeft tekeningen gemaakt van de school en de onderwijzerswoning. Op dezelfde avond vermeldt dhr. Koiter dat hij heeft gecollecteerd voor de school.
De opbrengsten bedroegen f 592,50 in Leens, f 47,75 in Roodeschool, f 46,75 in Uithuizermeeden, f 59,75 in Houwerzijl, f 40,25 in Middelstum en f 27,65 in Winsum.
De tekeningen van architect Reitsema worden op 25 november 1912 door de vereniging goedgekeurd en men kan overgaan tot aanbesteding. Tevens wordt besloten een advertentie te plaatsen voor een schoolhoofd.
Voor 10 december 1912 hebben acht kandidaten gesolliciteerd.
Intussen is de bouw van de school met woning gegund aan aannemer G. Aikema uit Leens voor de prijs van f 7250,-.
De dag voor oudejaar 1912 worden twee gesprekken gevoerd met kandidaten voor het hoofdschap. De keuze valt op dhr. E. Dijkema uit Appingedam. Hij neemt de benoeming aan als hoofdonderwijzer.
Via een advertentie roept men sollicitanten op voor de functie als onderwijzer. Er schrijven negen onderwijzers, van wie dhr. W. Adema uit Groningen op 14 april 1913 wordt benoemd. lnmiddels zijn de statuten van de school koninklijk goedgekeurd op 28 februari 1913.
Op een bestuursvergadering komt het schoolhoofd Dijkema met een overzicht van de aan te schaffen leermiddelen voor het eerste jaar. De kosten zijn beraamd op f 316,75.
Het bestuur gaat hiermee akkoord. Ook is men op zoek geweest naar tweedehands schoolbanken, onder succes. Bij W. Renkema uit Middelstum worden nieuwe banken besteld. Eén bank kostte f 6,75.
De opening van de school wordt door het bestuur vastgesteld op 29 april 1913.
De eerste wereldoorlog 1914-1918
Tijdens de eerste wereldoorlog kwam er een mobilisatie op gang, waarbij ook onderwijzers werden gemobiliseerd. De school kwam daardoor opeens zonder onderwijzers te zitten. Het schoolbestuur verzocht daarop het bestuur van de school in Houwerzijl een onderwijzer af te staan, zodat het onderwijs in Kloosterburen door kon gaan. In Houwerzijl is men bereid een onderwijzer uit te lenen.
Vanaf 1 augustus 1915 stopt mej. G. Wijn met haar werkzaamheden als onderwijzeres handwerken. Ze wordt opgevolgd door mej. G. Noor. Meester Dijkema krijgt op 21 augustus onbepaald verlof als landweerman en meester Adema gaat met klein verlof.
De school telt nu tweeënvijftig leerlingen.
De notulen van juli 1917 maken melding van een groeiend aantal leerlingen, dsu de schooItimmerman krijgt opdracht nieuwe banken te maken. Ook moet het schoolplein geteerd worden.
Om de kosten te dekken wordt een collecte gehouden en een bazaar georganiseerd.
In het jaar 1917 bezochten drieënzestig kinderen de school. Het ledental steeg van negenenzestig naar tweeëntachtig. Een jaar later wordt het schoolgeld verhoogd van f 0,20 tot f 0,25 per kind.
In januari 1919 spreekt men over de handwerkklas die voor juf Noor te groot wordt. Mejuffrouw Roelfina de Jong zal als assistente gevraagd worden.
Tijdens een bestuursvergadering in april 1919 deelt het hoofd van de school Dijkema mee, dat hij zich wil aansluiten bij de landstorm. Dat betekent dat hij gedurende kortere of langere tijd zal moeten opkomen en dan niet in staat zal zijn onderwijs te geven. Het bestuur geeft "volgaarne hare toestemming en stelt het op prijs dat ook onze onderwijzers hunne krachten beschikbaar stellen om mogelijk revolutionair geweld te helpen keren."
Schilder Ritzema uit Kruisweg zal voor f 165,- de schoolwoning aan de buitenkant twee keer verven. Van de christelijke muziekvereniging komt een verzoek binnen om in school te mogen repeteren. Dit wordt toegestaan en zal per jaar f 25,- opleveren voor de school.
In 1919 werden de kinderen flink geplaagd door de mazelen, een toen nog veelvoorkomende ziekte die ook in Kloosterburen flink had toegeslagen. Soms was een hele klas leeg. Gelukkig "werd geen der kinderen door den dood weggenomen".
Het jar 1920 was een belangrijk jaar vanwege de schoolwet van minister De Visser. Er kwam financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs. Het gevolg was dat er een nieuw lokaal bijgebouwd kon worden. Architect Poel uit Leens werd benaderd om een tekening en berekening te maken voor een derde lokaal, een personeelskamertje en een regenbak. In november 1921 komt de architect met zijn begroting van f 7384,34. Men gaat akkoord en een uitbesteding zal volgen. De sloot voor de schoolwoning zal worden gedempt. Dhr. Musschenga zal dit werk uitvoeren met behulp van twee span paarden en vier mannen. De grond wordt gehaald van het Uilenest.
De tweede wereldoorlog
In 1940 machtigt het bestuur, het hoofd der school, oefeningen te houden met de kinderen in verband met eventuele luchtaanvallen.Een schoolreisje zit er dit jaar niet in vanwege de benzinetoewijzingen: de fiets is de enige mogelijkheid.
Op 20 april 1942 wordt vergunning geweigerd om een ouderavond te houden. De oorlogsjaren gaan voorbij. De school en de kinderen bleven gespaard.
De kleuterschool
In 1947, op 25 februari, vergadert men over het oprichten van een kleuterschool. Dhr. J. Wildeboer is voorzitter en dhr. Joh. Visser secretaris. De kleuterklas werd met instemming van de kerkeraad ondergebracht in de consistorie van de gereformeerde kerk.
Dhr. E. de Haan maakte het meubilair. Dhr. H. Koiter werd penningmeester.
Om aan geld te komen werd gecollecteerd en er werd een bazaar gehouden. Er werden twintig leden ingeschreven en de contributie werd vastgesteld op f 1,- per lid.
Op 17 mei 1947 om 3 uur 's middags vindt de opening plaats. De ouders met hun kinderen zijn hierbij aanwezig, evenals de eerste kleuterjuf: Juf A. Zuiderna uit Leens. Op de eerste schooldag zijn er zevenentwintig kleuters. In de week van 12 tot 18 oktober houdt men de bazaar met een netto opbrengst van f1212,18.
Het leerlingenaantal in de jaren 1946-1948 bedraagt tweeëntachtig.
Op 1 april 1949 worden de schoolrapporten ingevoerd en in januari 1951 wil men komen tot verbouw van de schoollokalen.
Tijdens de verbouwing vinden de kinderen elders onderdak: klas 1 en 2 gaan naar het Volksgebouw aan de Hogeweg, klas 3 en 4 komen in de gereformeerde kerk. Klas 5, 6, 7 en 8 vinden een plaats in de garage van J. Groen.
In 1956 bezoeken tweeënnegentig kinderen de school.
